De winter in Nederland is onvoorspelbaar. Vaak gematigd, maar soms ook met periodes van strenge vorst of sneeuw. Los van de weersomstandigheden, zijn vogels altijd blij met een beetje hulp van ons bij het zoeken naar voedsel.
Vogels als koolmezen, pimpelmezen en groenlingen zijn echte acrobaten. Bungelend op de kop, doen zij zich graag tegoed aan vetbollen, zaden en pitten. Vooral zwarte zonnebloempitten zijn geliefd bij deze soorten. Als u in een flat woont, kunt u bijvoorbeeld vetbollen en pindanetjes ophangen bij het balkon. Daarmee haalt u een stukje natuur dichtbij.
Nu vraagt u zich misschien af waarom we vogels bij moeten voeren in de winter. In een koude winternacht verliezen vogelsoorten als mezen 10 procent van hun lichaamsgewicht. Dit is best veel! Omdat ze een hoge lichaamstemperatuur hebben van ongeveer 40 graden Celsius, verbranden ze veel vet. Dan is het fijn als ze niet veel energie kwijt zijn aan het zoeken naar voedsel, maar dit eenvoudig kunnen vinden.
Vogels overnachten op beschutte plekken. Bijvoorbeeld tussen de struiken of in bomen. Maar ook een nestkast is erg geschikt als overnachtingsplek. Let erop dat de aanvliegroute vrij is. De aanvliegroute het liefst gericht naar het zuiden of zuidoosten. Vogels houden van rust, dus hang de kast op een rustige plek in de tuin. Op een hoogte van twee tot drie meter. Daarmee hangt de kast ook buiten bereik van katten.
Meer informatie leest u op www.vogelbescherming.nl. Hier staan ook nog meer praktische tips om uw tuin vogelvriendelijk te maken.